Van Amelink naar Philadelphia

amelinkWie zo’n 300 jaar geleden het Amelink wilde bezoeken liep over de zandweg van Enschede naar Oldenzaal. De Voortsweg bestond nog niet. Zo’n anderhalve km. buiten Enschede sloeg de wandelaar links een pad in, dat naar het erve Amelink voerde, met als centrum de boerderij Het Amelink. Het erf komt in 1386 al voor in de Lonneker marke als “Amelinckshof”. Die afslag is er overigens nog steeds, maar wordt bewaakt door een gesloten hek. Daarachter voert een weg langs de huidige villa het Amelink om uit te komen bij een kroezeboom op de splitsing Amelinklaan, Welnaweg en Blijdensteinbleekweg.

In 1741 kochten Barend en Benjamin Blijdenstein het erve van de textielfamilie Ten Cate, evenals zij Mennonieten. Zij richtten daar een bleekveld in, de Blijdensteinbleek (TEKENING) Hoe zo’n bleek eruit zag, kun je nu nog zien in Losser aan de Scholtinkstraat. Die bleek werd in 1964 gerestaureerd (FOTO).
Het bleken van linnen werd bepaald niet alleen op het Amelink gedaan. Er waren tal van bleken in binnen- en buitenland. Dat deze bezigheid niet altijd met instemming werd verricht blijkt uit een voorval in het dorp St. Andrews in Schotland. Daar bevond ( en bevindt) zich een golfbaan, waarop huisvrouwen hun wasgoed lieten bleken tot grote ergernis van de spelers. Daarom werd in 1842 de regel van kracht, dat ” wanneer de bal op het wasgoed ligt, dat wasgoed onder de bal mag worden weggetrokken en de tobbe mag worden verwijderd”. Let daar dus op lezer, als je eens een partijtje golf speelt op ’t Sybrook of op Driene.
Inmiddels ging het de familie Blijdenstein goed en zij legde zich, naast de textielnijverheid, toe op de bos- en tuinbouw. Zo werden achter de bleek 700 bomen geplant ( FOTOCOPIE) Op de boerderij werd een herenkamer ingericht, die uitgroeide tot een soort zomerberblijf. In 1820 werden een tuin en een bloementuin met vijvers aangelegd. Gefinancierd door de textielwinsten bouwde de familie in 1840 een villa met park op het Amelink (FOTO) Deze villa werd voornamelijk in de zomermaanden gebruikt, omdat de nutsvoorzieningen het niet toelieten er in de winter te wonen. ’s Winters woonde men in de stad aan de Langestraat bij de Espoort.
In 1857 bezat de familie ongeveer 190 ha grond. Uiteindelijk zou het bezit 800 ha gaan bedragen o.a. in De Lutte, Enter, Enschede, Lonneker en Oldenzaal. In 1880 werd op het Amelink een nieuwe villa gebouwd (FOTO). Ook de boerderij werd uitgebreid en de tuinbaas kreeg een woning.
Er werden siergewassen, bloemen en fruit geteeld en fijne groenten verbouwd. In het park bij de villa werden exoten geplant, waarvan de restanten nu nog bewonderd kunnen worden. Het geheel werd verfraaid met pauwen en kooien met tropische vogels. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een Blijdenstein toetrad tot het bestuur van de in 1888 opgerichte Nederlandse Heidemaatschappij.
In 1917 werd een nieuwe tuinmanswoning gebouwd. De opdracht behelsde het bouwen van kassen voor bloemen- , perziken- en druiventeelt, een tuinmanswoning, een overdekte verwarmingskelder, een schuur en een tuinmuur van 180 meter. Achter het Steumke, Voortsweg 500, zijn de restanten nog te zien. De schuur werd in 2014 afgebroken. In 1921 schonk de familie Blijdenstein het herenhuis aan de Langestraat aan de gemeente en in 1922 liet men een nieuwe villa ( de huidige) op het Amelink bouwen voor permanente bewoning. ( FOTO) in 1942 werd de villa gevorderd en ingericht als lazaret. Na de oorlog beleefde het Amelink een korte glorietijd, mede dankzij de tuinbaas Olde Daalhuis.
Door de neergang van de textielnijverheid, het onrendabel worden van de bosbouw en het ontbreken van nakomelingen, vielen de landgoederen van de Blijdensteins uiteen. Alleen de Welle is nog in familiebezit. In 1969 kocht de stichting Philadelphia de landgoederen het Amelink en het Bouwhuis om er een leefgemeenschap te stichten van verstandelijk gehandicapten, die in 1975 werd geopend. In datzelfde jaar werd de boerderij het Amelink afgebroken.