Interview vroegere medewerkers textielfabriek Het Lonneker Steumke
Medewerker 1: Jan Belt (vader afkomstig uit Nieuw Leussen, geboren: 20-03-1934 Lonneker
Functie : machinist incl. onderhoud van 1956 tot 1978. Jan was werkzaam in het ketelhuis m.b.t. water – stoom – perslucht
Woonachtig: op het fabrieksterrein: Welnaweg 85 in dienstwoning (gebouwd 19.., afgebroken begin 1994.)
Medewerker 2: Henk Santing, oomzegger van Jan Belt (vader afkomstig uit Beilen, Geboren: 20-05-1949 Glanerbrug
functie: assistent machinist incl. onderhoud van 1970 tot 1978, daarvoor ook 2x korte tijd werkzaam geweest op het Lonneker Stömke op andere werkplekken (opleiding: loodgieter). Werkte samen met zijn oom.
Woonachtig: Blijdensteinbleekweg 39 (197. tot 2007), woning gebouwd 1951 (dienstwoning – aanvankelijk bewoond door chef technische dienst dhr. Bathoorn nu wonend aan de Blijdensteinbleekweg 3.)
Wat werd er gefabriceerd op het L.S.?
Er werd niets gefabriceerd op het L.S., er was alleen sprake van veredeling. Het was een finishingbedrijf. Bewerkte producten:
- katoen /flanel
- linnen
- wol
- inpakkerij
Dit gebeurde in 7 fasen: 1. zengerij, 2. blekerij, 3. ververij, 4. drogerij, 5. spanraam, 6. kalanderij, 7. opmaak.
Het was een middelgrote fabriek. De fabriek was gelegen aan de Welnaweg 91.
Hoeveel spoelen waren er?
Geen. Op het filiaal van Blijdenstein aan de Oosterstraat werd geweven. Er waren filialen: Oosterstraat Enschede, in Ter Appel (begin jaren zeventig opgezet door Herman Berenpas van Bureau Berenpas), Winterswijk, Zeist (wasserij) en Goor (zonnewering – Verosol evenals op Lonneker Stömke en aan de Oostertraat).
Hoe werd er geverfd?
De ververij werkte met zgn. “Jiggers”; dit waren verfmachines die een bepaalde manier op stoom werkten. Bepaalde stoffen werden onder nul graden Celsius geverfd met behulp van ijs. Het ging vaak om rode en gele stof.
Uitbreiding van activiteiten:
alleen modernisering en uitbreiding. Ter plaatse werd er geëxperimenteerd vanaf begin 70-er jaren.
Afstoten van activiteiten:
geen.
Gebruikmaking van de spoorlijn:
voor aanvoer van stookolie (vroeger kolen). De afgewerkte producten werden vervoerd per vrachtwagen.
Lozen van afvalwater op de beek:
- afval van gefilterd water (o.a. ijzeroer)
- verfwater, azijnzuur, zwavelzuur, sulfiet, zoutzuur; er was controle op de lozing. Het laboratorium moest regelmatig monsters opsturen voor controle.
Vervuiling
Op het terrein was geen sprake van vervuiling; hooguit een incident. Er werd geen (afval-)olie geloosd.
Waterpompen
Om de fabriek stonden 12 diepwelpompen. Er werd 6 dagen per week continu gepompt. Dit water werd in het pompfilterhuis gefilterd en naar de overdekte bassins gepompt.
2x per maand werd de waterstand van de peilput aan de ingang/oprit van het L.S. gemeten.
Uitbreiding/aanbouw van gebouwen
Naast kleine aanpassingen is er later (dan op de foto) bij 2. de continue ververij gebouwd.
Aantal medewerkers:
Op het Steumke werkten ongeveer 200 medewerkers. + 180 mannen: + 20 vrouwen, deze werkten voornamelijk op het kantoor, op het laboratorium en op de opmaakzaal. Er werkten geen kinderen. De minimale leeftijd was 16 jaar.
Waar kwamen de mensen vandaan?
De personeelsleden kwamen uit de omliggende plaatsen zoals, Enschede, Lonneker, Losser, Overdinkel, Glanerbrug, Oldenzaal en Rossum.
Arbeidsomstandigheden
Je kon op het Stömke goed werken. De stemming was gemoedelijk en als je er eenmaal werkte ging men niet vlug meer weg. De CAO was gelijk aan die van andere textielfabrieken.
Er werd in 3 ploegendiensten gewerkt van zondagavond 24.00 uur (later 6.00 uur) tot zaterdagmorgen 6.00 uur. Men werkte van 6.00 tot 14.00 uur, van 14.00 tot 22.00 uur en van 22.00 tot 6.00 uur. De machinisten moesten eerder beginnen met stoken en langer afstoken op zaterdag + eventuele reparaties uitvoeren voordat de nieuwe week startte.
Eigenaar van de fabriek
Blijdenstein en later ook Willink. Directie: Een van de directeuren was Juul Blijdenstein die op de Hegeboer woonde. Hij was ook algemeen directeur van de Oosterstraat. Deze Juul die later lid was van de Raad van Commissarissen werd Mijnheer Ju genoemd door de werknemers, door zijn naaste omgeving werd hij Ju-man genoemd.
Leidinggevenden: Er was een bedrijfsleider; vanaf 1956 was dat dhr. Roozeboom, later dhr. Ter Stege (deze woonde aanvankelijk op Blijdensteinbleekweg 1.) en het laatst dhr. Smit. Daarnaast waren er chefs van diensten.
Het sanatorium
Hebt u wel eens van de naam “Het Sanatorium”gehoord? Ja, omdat we “buiten” in de natuur werkten werd het Lonneker Stömke ook wel eens het Sanatorium genoemd.
Restanten van de fabriek – Zijn er nog restanten van de oude fabriek ergens te vinden?
De ‘hoed’ van een oude stoommachine of –ketel als paardendrinkbak in de wei aan de overkant van de Voortsweg.
Verder staat daarnaast een van de 12 diepwelputten t.b.v. de watervoorziening van de stoomblekerij. Naast de tuin van de familie Bos in de wei (deze wei was van het Pensioenfonds van Blijdenstein-Willink) aan de Blijdensteinbleekweg is ook nog een dergelijk put. In de ommuurde tuin van de tuinbaas Olde Daalhuis waren er o.a. ook twee putten.
Bij Wim Horsthuis staat in de voortuin een ‘spoel’ uit de fabriek.
Contacten met Het Amelink – Waren er contacten met of bemoeienissen door Het Amelink / de Blijdensteins?
Eigenlijk niet. Men zal wel in de Raad van Commissarissen gezeten hebben. De onderhoudsdienst werd wel soms gevraagd onderhoudswerkzaamheden te verrichten op het Amelink.
Zijn er andere medewerkers die wat kunnen vertellen?
Op dit moment zouden wij dit niet weten. Velen zal al overleden.
Wat is er veranderd aan wegen sinds u hier werkte?
De Blijdensteinsbleekweg is doorgetrokken als toegangsweg naar Het Bouwhuis. Om de kroezenboom te sparen is de weg iets verlegd.
Hoe heette de weg van de Welnaweg naar de woning van de tuinbaas Olde Daalhuis?
Naar mijn weten heeft die altijd Welnaweg geheten. Zowel het adres van het L.S. als het mijne (hr. Belt) was Welnaweg. Ik heb nooit gehoord van de Amelinkslaan. De weg naar Olde Daalhuis werd geblokkeerd door een poortje.
Er waren 2 ingangen naar het L.S.;
- 1e ongeveer op de hoogte van de huidige inrit voor toevoer van doek + verdere toelevering
- 2e via de Welnaweg naar het kantoor en voor aflevering van het bewerkte doek.
Is de fabriek ergens anders voortgezet?
Er zijn enkele machines naar Fibrotex in Goor verplaatst. Verosol is aan de Oosterstraat nog een tijdje voortgezet.
Wat voor bedrijfjes hebben na het stoppen van de textielfabriek in de oude gebouwen gezeten en hoe lang?
– gebouwen werden gebruikt als opslagloods voor andere bedrijven
– vanaf 1978 heeft er 2 tot 3 jaar een autosloperij in een van de gebouwen gezeten.
Voor 1978 was er naast nr. 5 een nieuwe houten hal gebouwd die verhuurd was aan
Nieuwetex, waarin katoenbalen opgeslagen waren. Dit is op de locatie was nu de
fam. De Jong op nr. 1 woont. Deze hal is 19-08-1975 afgebrand (zie foto).
Wanneer hebben de Blijdensteins Het Amelink verlaten?
Begin jaren zeventig heeft Albert Blijdenstein Het Amelink verlaten. Waarheen zij vetrokken zijn is niet bekend.
Start Het Bouwhuis: Hoe lang heeft het toen nog geduurd voor Het Bouwhuis/St. Philadelfia startte?
Het Bouwhuis is gestart in 1975. Toen zijn de eerste bewoners gekomen. De chef technische dienst, dhr. Badhoorn, is toen chef technisch dienst op Het Bouwhuis geworden.
Wanneer is het fietspad aangelegd op de spoordijk?
In ongeveer 1974. Er is aanvankelijk nog een heftige discussie geweest met het ministerie over de opheffing van deze spoorlijn, omdat er dan geen vervoer meer kon plaatsvinden via de aftakking naar het vliegveld Twenthe.
Heeft de DCW al lang hier tegenover gezeten?
De gemeente kassen stonden eerst op Het Bouwhuis. Vroeger was achter de kassen een boomkwekerij. Op de huidige plek van de grote kassen stonden kleine kasjes.
Afbraak gebouwen – Wanneer zijn de vroegere gebouwen aan de Blijdensteinbleekweg afgebroken?
Het L.S. is in + 1988 afgebroken. Achter de dubbele woonhuis stond de oude werkplaats van de DCW.
Wanneer zijn de gebouwen aan de Welnaweg afgebroken?
Alleen de bedrijfswoning van de dhr. Belt is in begin 1994 afgebroken. Verder stonden er aan de Welnaweg geen huizen.
Sociaal beleid – Was er een goede afvloeiingsregeling / sociaal beleid bij uw ontslag?
Sommige mensen zijn herplaatst bijv. bij Poleroid. Er was een overgangsjaar afgesproken, waarbij iedereen een extra weekloon kreeg als uitkering voor ieder jaar dat men bij het L.S. gewerkt had.
Er was verder sociaal beleid bekend. Wel bestonden er bij het L.S. meerder personeelsactiviteiten:
- een tafeltennisclub
- een kaartclub met deelname aan de Enschedese competities
- een voetbalelftal
Bijzondere voorvallen / incidenten;
Ongelukken: bij het overpompen van chloride is er een keer wrijving ontstaan waardoor er brand is uitgebroken. Hierbij werden 2 werknemers ingesloten, waarbij 1 persoon om het leven kwam en 1 ander ernstig gewond raakte.
– er is eens iemand met zijn arm tussen de walsen van de ververij gekomen door met zijn hand tussen de walsen van de kalanderij te komen verloor deze persoon zijn hand.
– conflicten: er zijn geen uitgesproken conflicten bekend.
– stakingen: begin jaren ’70 is men met z’n allen naar Den Haag getrokken met textielmedewerkers uit de regio voor een beter CAO.
– brand: 19-08-197. brandde de houten hal van Nieuwetex af ter hoogte van de huidige woning van de familie De Jong op huisnummer 1.
april 2008
Aanvullingen ± 5 jaren later:
Van mensen die tijdens de Marathon Twente aan het fietspad stonden en die in de Lekstraat wonen hoorde ik o.a. de volgende aanvullende informatie:
– voor de mobilisatie was er een munitiedepot op het L.S.
– Mijnheer Ju (Bleidensteijn) liep dagelijks van het Hegeboer over een voetpad langs de wei over de Es naar de fabriek
– de zoon van mijnheer Ju ligt nu in het Ariens na een ongeluk
– de Vanekerbeek liep vroeger door langs de Lekstraat. De Vanekerweg is pas later verlegd (verlengd?). Het naastgelegen bos op de hoek van de Vanekerweg – Hegeboerweg behoorde vroeger bij het huis op de hoek
– de beek had op een dag meerdere kleuren als afvoer van de fabriek, volgens de omwonenden uit die tijd
– de kleindochter van de heer Ter Stege (vroegere bedrijfsleider) werkt nu als assistent-arts op de Interne van het MST – vlgs. Jeroen Kolkman. Mogelijk leeft haar opa nog.
– achter in de tuin van L.S. 19 ligt een gedempte put. In de groentetuin van de fam. Bos aan de Bleidensteijnbleekweg staat ook zo’n put rechts van het huis.